De rondreis: Safari, Kilimanjaro en Zanzibar - Reisverslag uit Bergambacht, Nederland van Danny Erkel - WaarBenJij.nu De rondreis: Safari, Kilimanjaro en Zanzibar - Reisverslag uit Bergambacht, Nederland van Danny Erkel - WaarBenJij.nu

De rondreis: Safari, Kilimanjaro en Zanzibar

Blijf op de hoogte en volg Danny

15 Oktober 2012 | Nederland, Bergambacht

Lieve familie en vrienden,

Hodi hodi…. Habari za mchana? Habari za Uholanzi? Nifikiri Uholanzi ni nzuri sana, lakini kuna mvua sana kil siku. Bahati mbaya, kwa sabubu kwa Tanzania ni hela nzuri sana, kunu jua kila siku. Okay, toch nog een beetje Swahili nog nu.. Na een hele lange “writersblock” hier dan toch mijn langverwachte reisverslag van de laatste maand van mijn mooie Afrikaanse avontuur! De laatste maand is zo snel gegaan, vanaf het moment dat mijn broer arriveerde in Mwanza tot het moment dat we terug waren op Schiphol vorige week zaterdag. Gedurende de safari waren we altijd erg druk en onderweg en was het niet ideaal om een verslag te schrijven, dus daarom nu pas mijn verhaal.

Ondertussen ben ik dus ook alweer een week terug in Nederland en is het wel tijd geworden om het laatste verhaal uit de doeken te doen! Het is weer fijn om in Nederland terug te zijn, alleen zou ik het ook niet erg vinden om in Tanzania te zitten. Je gaat op een bepaalde manier toch van het land houden! De eerste maand is onwennig, een nieuw leven, water is schaars, elektriciteit van 7-10 s’avonds, jij bent de BLANKE, andere taal, andere cultuur. Ondanks dit alles duurde het niet lang voordat ik me echt thuis voelde in het prachtige land. Na een maand gaat alles zijn gangetje en dan gaat de tijd opeens enorm snel. Zoals ik eerder al zei, in het ziekenhuis werken daar was een enorme levenservaring en is echt iets wat ik iedere co-assistent zou aanraden. Ok, ik moet toegeven dat ik af en toe wel een beetje gefrustreerd raakte van de gazen, x-rays, infusen die niet voorhanden waren, het onderzoek wat we niet konden doen in het lab. Maar zo leer je wel echt op je anamnese en lichamelijk onderzoek te vertrouwen, het pluis-niet pluis gevoel (waar je in de academie niet graag over spreekt) en leer je heel goed te kijken naar de patiënt die voor je zit. Ik ben er ook van overtuigd dat het ook iets is waar je altijd mee moet beginnen en wat het belangrijkste is bij het behandelen van een patiënt. In de Westerse wereld heb je veel meer onderzoeken voorhanden en prik je blind al lab, waar je vervolgens afwijkingen in vind. In Afrika heb je dat niet voorhanden en moet je het doen met wat je ziet. Wat ik al zei, soms ook frustrerend. Als je onderzoek wilt doen kan het niet, waar je in Nederland al lang had geweten wat de diagnose was. Maar na 3-4 maanden ga je hier wel aan wennen. Over paar weekjes begin ik weer met werken, dan in Nederland in het ErasmusMC.. dat zal wel weer wennen worden schat ik in.

Genoeg over mijn ervaring, verder met onze reis. Nadat we ons afscheid hadden gehad in Ndala met ook een gezamenlijk etentje met Rob, Danielle en babu zouden wij zondagochtend 9 September onze reis inzetten naar Mwanza. Op maandagochtend 10 September zou daar mijn broer dan aankomen. We zouden samen met Jens en Marije met de daladala vertrekken richting Nzega, om daar om 9 uur s’ochtends de bus door te pakken richting Mwanza. 5 uur ging het wekkertje, half 6 zouden we vertrekken met de bus. Rond half 6 werden we opgebeld met de mededeling door de chauffeur dat hij moe was en geen zin had om te rijden en of een van ons het busje wilde besturen. Nou geen denken aan dus, heb je die wegen wel eens gezien en hoe vol de busjes zitten. Zou toch niet zo prettig zijn een ongelukje op je geweten. Dus besloten we te wachten totdat hij een nieuwe chauffeur had gevonden. Toen we richting het centrum van Ndala lopen bleek dat al gebeurd te zijn en vertrokken we even later richting Nzega. Na een uurtje te hebben gereden was daar opeens een enorme knal. De band was kapot geklapt, er zat denk een scheurtje in van 10 cm. Gelukkig kwam er na 20 min al een ander busje met een nieuwe band, waardoor we de reis snel konden voortzetten. Na in Nzega te zijn aangekomen de bus rond 12 uur uiteindelijk weten te pakken en rond het einde van de middag waren we uiteindelijk bij het Kembice Hotel in Mwanza. Wat in de stad rongelopen, wat gegeten en een heerlijk ijsje genomen (later niet zo slim, we kregen allemaal diarree), waarna we huiswaarts keerde en vroeg gingen slapen. Mijn broer zou immers om 8 uur s’ochtends landen op Mwanza airport.

De andere ochtend stonden we daar dan, Jens en ik, op het vliegveld om die “ouwe” te ontvangen in Tanzania. De vlucht was zonder problemen gelopen en ondanks dat hij alleen reisde kwam hij weer met een Duitse vriendin het vliegtuig uit. Reisvrienden zijn altijd snel gemaakt. Nadat we terug waren gegaan naar het hotel gingen we een Mwanza tour doen. We schrijven ondertussen 1 dag voor vertrek naar de Serengeti voor het begin van onze safari. Mwanza, een Tanzaniaans stadje gelegen aan Lake Victoria, een mooie stad. S’avonds samen met die ouwe gegeten aan het meer met op de achtergrond de interland Nederland-Turkije (weliswaar integraal, maar toch). Daarna met de teksi terug naar het hotel om onze rust te pakken. Na het eten ging het alleen een beetje mis, ik voelde me erg beroerd en had wat abdominale discomfort (zoals we dat zeggen). Jens en Marije waren ook al niet lekker en lagen al een tijdje op bed. Het waren veel toiletbezoeken die nacht, een goed begin zo 1 dag voor de reis naar de Serengeti.

Na een wat mindere nachtrust dus op weg richting de Serengeti. Na een bezoekje aan de supermarkt voor de aanschaf van wat extra toiletpapier hadden we een busreis van paar uur voor de boeg, voordat we op Serengeti stop-over zouden komen om daar onze eerste nacht in de tent door te brengen. Aangekomen bij de Serengeti stop-over, maakte we voor de eerste keer kennis met onze gids/reisleider van de komende weken, Mohammed. Na de eerste rustige nacht in de tent en de eerste maaltijd van onze meesterkok Mo (want wat kan hij goed koken zeg) ging onze safari nu echt beginnen. Op weg in de Jeep, op weg naar de Serengeti, op weg naar de dieren.

JEEPSAFARI

Tijdens de jeepsafari, die uiteindelijk 5 dagen duurde, zijn we 2 dagen in de Serengeti geweest, 1 dag Ngorongoro crater en 2 dagen Lake Manyare. Heel de dag turen naar dieren vanaf het dak van de Jeep, vele kiekjes gemaakt en ook veel bijzonder momenten meegemaakt met dieren. The “big five”, normaal zie je ze op TV bij discovery channel, maar nu staan ze soms gewoon op een 1 meter van je vandaan. Op het begin van de safari wil je voor elk dier stoppen en een foto maken, maar naarmate de dagen vorderen ga je echt gericht opzoek naar de dieren die je tot dan toe nog niet heb gespot. Zo hebben we veel moeite gedaan om een cheetah te vinden. Echt geniale roofdieren, maar zo lastig te zien. Ze liggen de hele dag een beetje te chillen in het hoge gras en soms zie je dan een vlekje maar meer ook niet. De dag dat we van Serengeti naar Ngorogoro crater gingen, tijdens het ochtendgloren, liep er dan opeens een cheetah over de weg met een kleintje erbij. Eigenlijk op een overwacht moment, maar daardoor wel een mooi kiekje weten te nemen! Verder hadden we op de eerste dag op een halve meter van de auto al een kudde olifanten staan, die hardhandig en vakkundig even wat bomen aan het omhakken waren. De safari was echt geslaagd, veel dieren gezien, veel mooie foto’s kunnen maken, heerlijke lunchboxen met elke dag een lekker vers kippetje, een geniale driver (Ricky) en wat nachtjes in de tent.

De 3e dag waren we dus in de Ngorongoro crater. Als je op de rim staat van de krater, heb je echt een fantastisch uitzicht naar beneden. De krater zelf heeft volgens mij maar een oppervlakte van 260 km2 en is in doorsnede zo’n 20 km. Het mooie is, dat in de krater wel vele verschillende dieren leven en het is gemakkelijk om deze te spotten op de veelal dorre vlaktes. Voordat we in de krater kwamen waren we eigenlijk nog opzoek naar een leeuw en een neushoorn, die we in de Serengeti jammer genoeg niet hebben gezien. Na een paar uurtjes rondrijden vonden we dan uiteindelijk de leeuwen, met nog zo’n 20 andere auto’s!! Eigenlijk hebben we van de “big five” alle dieren gezien en 4 goed op de foto kunnen nemen, alleen de neushoorn was heel ver weg en konden we alleen met de verrekijker zien dat hij een hoorntje op zijn neus had staan (als je gezegd had dat het Fred van Hoorn was, had ik het ook gelooft, onze oude held van FC den Bosch). Wat onze reisleider Mo wel ook zei, als je meer dan een halve dag er rondrijdt dan heb je het meeste daar ook al wel gezien. Het gebied is klein, maar wel een enorme diversiteit aan diersoorten. Ook wat vogels, die tijdens de lunch buiten aan een meertje verraderlijk op je eten zaten te loeren. Uiteindelijk hadden we maar besloten om de lunch binnenin de jeep te nuttigen. Een paar minuten later werden er namelijk wat mensen door wat aasgieren aangevallen die rustig hun lunch aan het opeten waren aan de rand van het meer!

Nadat we dus uit de krater waren gereden hebben we overnacht op een bijzondere campsite, aan de rand van de krater, op bijna 3000 meter hoogte. Een paar dagen later zou onze trip naar de top van de Kilimanjaro gaan beginnen, dus het was ook wel even goed voor de acclimatisatie. Het nadeel was alleen dat onze reisleider er niet zozeer op voorbereid was en in de tenten alleen een matrasje had met een kussen zonder slaapzak. Dat hadden we die avond eigenlijk wel nodig, want op 3000 meter is het niet zo warm kan ik je vertellen. Op zich had ik nog wel redelijk geslapen, moest er alleen een keer uit om naar het toilet te gaan (voor mijn diarree, die nog steeds doorging :S). Toen ik terugkwam van het toilet, stuitte ik opeens op 10 zebra’s die rustig stonden te chillen bij de tent. S’ochtends stond er dicht bij de keuken van de campsite een olifant te drinken vanuit onze watervoorraadton. Wel bizar om mee te maken, je slaapt eigenlijk gewoon tussen de beesten. Echt gaaf!!

Na de krater zijn we het ngorongoro-gebied uitgereden op weg naar Lake Manyare. Het laatste park wat we aan zouden doen, voordat we door zouden doorreizen naar Arusha om ons voor te bereiden op de KILI. Het was een mooi park, maar wel veel minder dieren dan in de Seregengeti en in de krater. Maar zeker niet minder mooi. De natuur was ook erg mooi, met veel bomen/tropisch regenwoud. Tot dan toe hadden we af en toe wel een aapje gezien, maar in dit park stikte het echt van de apen. Naast de bavianen waren er ook de speciale “blue ball monkeys”. Een apart soort aap, met een zwart gezicht en dus blauwe ballen. Hoe ze eraan komen, ik zou het niet weten. Misschien komen ze tijdens het springen een paar keer per dag verkeerd terecht ofzo, maar het is in ieder geval wel bijzonder om te zien. Zoals alle apen, zijn dit ook vermakelijke beesten. Daarnaast ook wel wat mooie foto’s van giraffen kunnen maken in het park en op een afstandje flamengo’s gezien. Na de “game drive” keerde we terug naar ons kamp, dit keer met een zwembad erbij. Dat was wel even lekker om een frisse duik te nemen na een lange dag. Die avond zijn we ook nog even de plaatselijke kroeg ingedoken om te kijken hoe het leven in Mto wa Mbwu (de muskietenrivier) eraan toe gaat.

Voordat we de andere dag vertrokken richting Arusha, zijn we met een Masaai strijder (traditionele jager-verzamelaar, welke in het binnenland leeft van zijn vee) op pad gegaan voor een wandelingetje rond het Lake. In Arusha aangekomen was het vooral rust pakken, voordat we 17 september aan de kili zouden beginnen. Het hotel was goed, met goed en duur eten. De dag voor de kili nog een rondje door Arusha gelopen en heeft Mo de laatste dingetjes geregeld, voordat we de reus van 5895 meter zouden gaan bedwingen. Vooral het huren van mijn schoenen was wel belangrijk, waarbij ik later zag dat er weinig profiel onder zat. Hopen dat de beklimming dan maar goed gaat, ik was eigenlijk al blij dat ze mijn maat hadden:P

KILIMANJARO

Dinsdag 18 september, nu gaat het dan toch echt gebeuren. Marije, Jens, mijn broer en ik gaan aan de uitdaging van onze vakantie beginnen, de beklimming van de Kilimanjaro. Gedurende mijn verblijf in Tanzania ben ik af en toe wel in training geweest en heb regelmatig rondjes gelopen en gevoetbald met de plaatselijke bewoners, voordat deze reus beklommen zou worden. We werden bij het hotel opgehaald met een daladala met daarbij al wat porters erin. Het is echt bizar met hoe een groot team je uiteindelijk de Kilimanjaro gaat beklimmen. In ons team zat 1 kok, 9 porters, 2 guides, 1 summit porter (die de laatste dag met ons en de guides omhoog gaat) en Mo. In totaal dus 14 man plus wij 4en.. Rond 12 uur, net na een kleine lunch, vertrokken we vanaf de start van de Machame route richting het eerste basiskamp. Het was een tocht van zo’n 5-6 uur door het tropische regenwoud op de flanken van de KILI. Een enorm mooie natuur met een goed aangelegd pad, zodat de mensen niet gelijk de eerste dag al ontmoedigd worden om de top te bereiken. Ik moet zeggen dat de eerste dag vrij soepel verliep en we voor het donker het eerste kamp bereikte, het Machame Camp (2829m) . Na 2 dagen heerlijk geslapen te hebben in het Jacaranda Hotel, was daar weer de tent gezellig met broeder. Het voordeel was dit keer wel dat we lekkere warme slaapzakken hadden en we hadden ook flink wat dikke kleding bij ons, dus zo’n koude nacht als bij de Ngorongoro hoefde we niet meer mee te maken (hoopten we).

Bij het ontwaken op 19 september werden we wakker in een enorm mooi landschap op een prachtige berg. De ijspegels lagen wel op de tent (volgens een Canadees was het in de tent -4 graden, hij hield alles bij in zijn logboek) en de wolken waren door de kou ook erg gedaald. Op dit moment begaven we ons dus al gewoon boven het wolkendek en de top was nog niet eens in zicht. Na het ontbijt met worsten en uji (maispap), begonnen we onze 2e klim. De klim was wel wat technischer en zwaarder dan de eerste dag, het landschap veranderde ook van vegetatie. De bomen waren op en het ging over in struiken en er kwamen steeds meer stenen op de weg. In het parcours zaten ook wel wat stijle stukken, maar we waren fysiek nog allemaal fit en zonder problemen kwamen we rond 3 uur aan in het Shira camp (3837m). Het zonnetje scheen toen nog heerlijk en we hebben ook nog even in de zon kunnen liggen. Ondertussen waren, zoals gewoonlijk, alle tenten bij aankomst door de porters al opgezet. De keuken, ons dinerhokje en de tenten stonden. Best bizar, de porters dragen elk 30 kg, breken het kamp af nadat we weggaan en hebben het al opgebouwd als we aankomen bij het volgende kamp. Ondertussen klimmen ze met de ballast ook 2 keer zo snel de berg op, onbeschrijfelijk maar waar. Echt diep respect voor deze mensen, wat voor werk hun leveren (maar dit even terzijde)

Ondertussen zitten we op 20 september, dag 3 (het begint al een lang verhaal/dagboek te worden, ik hoop dat het nog een beetje weg te lezen valt:P). Op deze dag gingen we voor het eerst naar een hoogte boven de 4000 meter, lava tower (4637m) om vervolgens weer af te dalen naar Barranco camp (3976m). De klim was minder moeilijk/stijl dan de dag ervoor, alleen nu ging de hoogte voor het eerst ook een rol spelen. Tot de 3-4 km is het wel goed te doen, maar daarna schijnt de kans op hoogteziekte wel aardig toe te nemen. Deze dag hadden we een aardig tempo erin zitten en bij de flanken van de Lava Tower zag je ook dat het weer op de berg veranderde. Het werd kouder, guurder, de wind kwam de kop op zetten en het landschap werd ook steeds grauwer (meer stenen, minder groen). Mijn broer had die dag niet zo’n beste dag en zat er echt helemaal doorheen toen we uiteindelijk Lava Tower bereikten. Na een korte lunch zijn we daarom weer snel de afdaling richting Barranco ingegaan, waarbij Michael toch weer aardig opknapte. Hij had vooral last van misselijkheid en hoofdpijn, 2 symptomen die goed bij hoogteziekte kunnen passen. Tijdens de afdaling ben ik jammer genoeg wel 1 keer goed onderuit gegaan door mijn slechte profiel, waarna ik op mijn elleboog terecht kwam. Het had verder geen consequenties, alleen wat stijf en wat pijnlijk, geen erge schade. Na aankomst in het kamp weer ons vaste ritueel. Eerst onze handen wassen, dan popcorn met thee, even rusten, avondeten, potje kaarten, slapen.

Dag 4, 21 september, de dag voor de top. De dag begon traditioneel goed, na het ontbijt stond de “breakfast climb” op ons te wachten. Onder de porters een bekende klim, voor ons gelukkig niet (je kan beter maar soms niet weten waar je aan begint!). Het uitzicht vanaf ons kamp was de klim en hij was erg stijl en vrij pittig. Tot die tijd hadden we wandelstokken, die we gebruikten om de berg op te komen, maar deze ochtend hadden we die niet nodig. De klim was erg mooi, maar ook erg zwaar. Het was erg rotsig, maar je had wel het gevoel dat je tegen een berg aan het opklimmen was. Soms moest je jezelf aan de rotsen omhoog trekken en vasthouden om omhoog te komen, erg gaaf. Na deze klim van zo’n 2 uur op de vroege ochtend, kwamen we op een mooi uitzichtspunt. Op dit punt konden we onze campsite van de avond al zien en was de top van de Kilimanjaro inzicht. Het doel was inzicht! Het is leuk de kilimanjaro te beklimmen, maar het gaat uiteindelijk om dat ultieme doel, het bereiken van de Uhuru peak. We kwamen toch wel erg dichtbij. Eerst hadden we nog 3 afdalingen en 3 zware beklimmingen, voordat we rond 4 uur dan in het laatste campsite aankwamen: Barafu camp (4673m). Na een kopje thee en een half uurtje rusten stond de acclimatisatieklim op het menu. Na een uurtje waren we fysiek helemaal gesloopt en besloten om weer terug te keren naar ons kamp. We zaten er na deze pittige dag van meer dan 8 uur klimmen al aardig doorheen (hoofdpijn, misselijk), maar we wilden toch nog de acclimatisatieklim doen om de kansen op het bereiken van de top toch groter te maken. Na de klim hadden we een avondmaal, wat voor mij niet helemaal smaakte. De hoogte begon op dit moment toch wel parte te spelen, naast een lichte zeurende hoofdpijn had ik voornamelijk last van misselijkheid en de spaghettimaaltijd was niet voor mij besteed. Gelukkig had ik de dagen ervoor wel goed kunnen eten en toch wel redelijk wat reserve opgebouwd. Na de maaltijd linea recta het bedje in. Het was immers al na 7en en om half 11 zouden we al weer gewekt worden om rond half 12 in de nacht te beginnen aan onze laatste klim naar de top (fysiek zwaar en qua rust bijna onmenselijk, maar we moesten het maar gaan doen!)

Inmiddels dag 5 (nog voor 12 uur middernacht), de dag van het “summiten”. Zoals gezegd moesten we erg vroeg op, eigenlijk hebben we nog niet eens 3 uurtjes kunnen slapen, voordat de reis naar de top begon. Na een kopje thee met wat biscuits vertrokken we uiteindelijk rond middernacht. Een bijzonder gezicht, midden in de nacht met allemaal een hoofdlampje op, op weg naar de top. Naast ons waren er denk nog zo’n 100 mensen die begonnen aan de klim. Enorm indrukwekkend om het donker in te kijken en allemaal lichtjes om je heen te zien. We wisten van tevoren niet hoe lang het zou duren, ze hadden gezegd dat we rond zonsopgang wel redelijk dicht bij de top zouden zijn. We klommen in een gestaag tempo omhoog en na zo’n 3 uur klimmen begon ik een beetje slaperig te worden en licht in het hoofd. Het was lastig om voet voor voet te zetten en ik had af en toe het gevoel dat ik omviel, gelukkig was er de summit porter Herman die me af en toe een duwtje gaf. Na wat gegeten en gedronken te hebben ging het weer over gelukkig, maar de vermoeidheid kwam nu wel om de hoek kijken. Een paar momenten later zag ik mijn broer zwalken over de berg en hij had het ook erg koud. Voor een moment hebben we hem achter moeten laten met de gids, maar hij wist zich uiteindelijk weer te herpakken. We moesten immers nog zo’n 2-3 uur de berg op klimmen (volgens onze gids Oforo, volgens Thomas was het nog heel even)! We weten eigenlijk niet meer hoe we het gedaan hebben, maar we gingen door en toen de zon opkwam was de Stella point (5749m) al in zicht! Mijn broer zei op dat moment, als het geen 20 meter meer is, ga ik terug. De zon en de top gaven ons eigenlijk een adrenaline boost, waardoor het niet zo moeilijk meer was om de top uiteindelijk te bereiken. Achteraf heb ik er geen moment aan gedacht om te stoppen, maar als er bijvoorbeeld regen bij was gekomen had het nog moeten zien.

Aangekomen om de top stond het huilen me eerlijk gezegd nader dan het lachen. Ik was erg blij dat we de top hadden gehaald, maar mijn lichaam besefte ook dat het uiteindelijk wel veel kracht heeft gekocht. Fysiek zaten we er allemaal aardig doorheen, maar we hadden het gehaald. Op dat moment was ik wel blij, maar ik kon nou nog niet echt goed beseffen wat we nu gepresteerd hadden. Na een paar foto’s en een warme kop thee van Herman (onze summit porter) gingen we nog even verder om de “echte” top te halen. Na een half uurtje kwamen we aan op de Uhuru peak, de top van Afrika. Geweldig om daar geweest te zijn, op 5895m hoogte! Na een korte fotoshoot (het was ook aardig koud daar, dus snel weer naar beneden) hadden we de afdaling weer ingezet naar Barafu camp (4673m). Voor mij was het een problematische afdaling van meer dan 3 uur met meer dan 20 valpartijen door de enorme vermoeidheid die me overmande, de steile afdaling met losse steentjes en vooral ook mijn slechte profiel. Uiteindelijk kwam ik half 12 weer terug in het kamp en mocht een uurtje rusten voordat we een lunch hadden en verder zouden afdalen naar Mweka camp site.

Ondertussen had ik op dit moment dus 19 uur geklommen en 4 uur gerust en was de afdaling naar Mweka nog 5 uur. Onmenselijk eigenlijk om zo lang te klimmen op zo’n enorme hoogte met zo weinig rust. De laatste afdaling naar het kamp was ook enorm zwaar. Vooral omdat de afdaling technisch was met veel gesteente en je elke stap geconcentreerd moet blijven om je voet goed te zetten. Uiteindelijk is niemand goed gevallen, maar voor mij scheelde het soms niet veel. Na aankomst had ik wat gegeten en daarna snel mijn slaapzak ingekropen om bij te komen van deze toch knappe prestatie:P!

Dag 6, Mweka Camp, Kilimanjaro. De dag van het afscheid. 6 dagen niet douchen, afzien, slapen in een tent, vallen en opstaan, lopen op bergschoenen, slapen als een mummy in een slaapzak, geen pils…. Maar het waren wel 6 bijzondere, onvergetelijke dagen. Op dit moment zou ik niet staan te springen om morgen de Kilimanjaro weer te beklimmen, zeker ook omdat je weet wat je te wachten staat. Op de laatste dag hebben we s’ochtends afscheid genomen van al onze porters. Nadat we iedereen een tip hadden gegeven werd er nog voor ons gezongen, waarna we onze laatste afdaling van 4 uur hadden ingezet. Na het in ontvangst nemen van ons certificaat voor het berieiken van de Uhuru peak met het busje weer terug naar Jacaranda hotel en dan eindelijk genieten van een lekkere warme douche en een koud pilsje Kilimanjaro. Wat is dat lekker een warme douche na 6 dagen kili. De pils ook, als slogan hebben ze voor het bier: It’s killi time. Volgens mijn broer moet de quote aangepast worden naar It’s KILLING time, waar ik het toch wel mee eens ben. Man, man, man wat een berg!

HESABU

Afijn, de kilimanjaro zat er dus op nu. Maar we hadden nog een paar dagen in Arusha, voordat we door zouden vliegen naar het mooie paradijs Zanzibar. Tijdens de safari hadden we gehoord dat het mogelijk was om te jagen met de” Hesabu” mensen die nog leven als nomaden en jagers-verzamelaars! Samen met Mo om de tafel gezeten en gepland dat we op mijn verjaardag, 26 september, zouden gaan jagen met ze. Na een dagje rust in Arusha zijn we vertrokken richting hun gebied Lake Eyasi, om daar vervolgens te overnachten (weer gezellig in de tent). Vroeg in de ochtend op de 26e om 6 uur stonden we op. Half 7 vertrokken we met de jeep richting de “Hesabu”. In de jeep was er nog een mooie verrasing, mijn broer toverde een verjaardagskaart uit Nederland uit zijn tas van pa en ma. Toch wel mooi om in de “middle of nowhere” een kaart van je ouders te ontvangen:P!

Bij aankomst op de eerste plaats, stonden er al zo’n 5 jeeps van andere mensen die bedacht hadden om deze ochtend te gaan jagen met de Hesabu. Gelukkig hadden wij een gids bij ons, naast Mo, die een half jaar in verband met onderzoek samen met de nomaden had geleefd. Hij wist nog wel een andere plek, die rustiger was, waar we met ze konden jagen. Bij aankomst daar waren de mannen al bezig aan de voorbereidingen op het jagen. Ze waren de pijlen klaar aan het maken, 2 verschillende soorten pijlen. Houten pijlen met een houten punt, om vogels uit de lucht te schieten. Daarnaast waren er pijlen met een ijzeren punt, met daarop wat gif uit een speciale boom. Dit om de grotere dieren dood te schieten, want soms komen ze thuis met een Impalla (gazelle) of een Baboon (aap).

Nadat de pijl en boog waren gepakt gingen we op weg om te jagen. Zelf mochten we niet op het wild schieten nog, maar we volgden de 3 mannen met hun jachthonden op de voet om te kijken hoe ze het er vanaf brachten. Echt gaaf om zo middenin het spel van jagen te zitten. Uiteindelijk is het ze na 2-3 uur jagen gelukt om 2 vogels/duiven uit de lucht te schieten. Dat was dan ook de maaltijd toen we terugkeerden in het kamp. Dat is eigenlijk veel te weinig voor iedereen, de vrouwen moesten genoegen nemen met fruit wat ze uit de bomen haalden. Uit respect kregen wij ook nog een stukje duif te proeven, het was niet slecht moet ik zeggen (in ieder geval lekker vers).

Uiteindelijk speelden ze nog muziek voor ons op een lokaal gemaakt instrument van fruit en takken en mochten we zelf de pijl en boog hanteren. Het ging vrij moeizaam, maar uiteindelijk lukte het ons wel om redelijk te richten. Oefening baart immers kunst. Maar ik was nog niet in staat om een vogel uit de lucht te schieten, misschien per ongeluk mijn broer of een hesabu, maar daar blijft het dan ook bij.

Na het bezoekje aan de Hesabu zijn we uiteindelijk nog langs de “black smiths” geweest. Dit is ook een aparte stam in Tanzania (naast de andere 119 stammen), waarbij de man een onbeperkt aantal vrouwen mag hebben. Meestal leeft er daarom ook 1 man in een dorp met al zijn vrouwen (soms meer dan 10) en kinderen. In hun “vrije tijd” bewerken ze metaal op een ambachtelijke manier. Goed om te zien, het kwam bijna in de buurt van het werk dat ik vroeger als bijbaantje in een gieterij heb gedaan.

Na deze bezoeken, keerden we weer terug naar de camp site met het zwembad. De rest van de dag was lekker relaxen, waarna we s’avonds in het dorp gingen eten. Tijdens het eten ben ik door Mo ook nog verrast met een verjaardagstaart die hij voor mij had laten maken, erg leuk. Alleen mijn naam was verkeerd gespeld, maar dit is een detail. Wie verwacht er nu een verjaardagstaart in Tanzania :P.

ZANZIBAR

Ondertussen schrijven we 27 september, de dag van de vlucht van Arusha naar Zanzibar. Daar waren we dan, we hadden al veel mooie plaatjes op internet gezien. Maar de plaatjes op internet zijn heel mooi, in het echt is het nog veel mooier. Wat een prachtig eiland en vooral resort zaten we. Mapenzi beach resort club, werkelijk een paradijs. De aankomst was ook erg mooi, een mooie kamer met champagne, vers fruit, rozenblaadjes op bed in de vorm van een hart, en een brief van de manager met de aanhef: Mr. and Mrs. van Erkel…. ;)! Ja het wordt niet voor niks het “Honeymoon Island” genoemd!

De laatste week op Tanzaniaanse bodem in Zanzibar was echt geniaal. Mooi zwembad, huisje met beachview, goed eten (wel lekker na zo’n tijd beperkte keuze), leuke sportactiviteiten (even de italianen een poepje laten ruiken), lekkere cocktails. Boven verwachtingen was het. Naast lekker chillen op het resort zijn we nog 1 ochtend wezen snorkelen tussen het prachtige koraal. Vele mooie vissen gezien en ze ook wat bananen gevoerd, waarbij er dan opeens honderden zebravissen rond je heen zwemmen. En voor het eerst in mijn leven zijn we naar een “full moon party” geweest, een mooie ervaring. Ik voelde me wel een beetje allochtoon, want op het feestje was meer dan 80% blank en kwam ik zowaar Nederlanders tegen.

Goed genoten dus op Zanzibar, na een week vertrokken we weer richting Dar es Salaam met de Kilimanjaro “fast ferry”. In 2 uur waren we over de zee weer op Dar es Salaam, waarbij we nog even doorgingen met de luxe en heerlijk relaxed hebben langs het strand van Kigamboni in een lodge.

Toen was het 6 oktober, de dag van vertrek uit Tanzania. Na bijna 4 maanden hier gewoond/geleefd/gewerkt te hebben was het dan de tijd om terug te keren naar het kleine, natte Nederland onder zeeniveau. Onze vlucht verliep voorspoedig, na 1 overstap in Turkije en 14 uur reizen waren we weer op Schiphol. Hier werden mijn broer en ik opgewacht door mijn vader en moeder en een groot deel van mijn hechte vriendengroep! Met een spandoek, enorm mooi ontvangst. Na een lekker glaasje Heineken keerden we huiswaarts, waar nog wat familie aan het wachten was om mij weer thuis te ontvangen. Het was een geslaagde reis, een enorme ervaring. Ik weet zeker dat ik ooit weer terugkeer naar Afrika, wanneer en in welke vorm weet ik nog niet. Maar ik ben zeker van het land gaan houden, but it’s good to be back again!

Daktari Danny





Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Danny

Als arts in spé ga ik voor 4 maanden naar Tanzania toe. 3 maanden zal ik werkzaam zijn in het Ndala Hospital te Ndala en 1 maand ga ik rondreizen door Tanzania, waaronder het beklimmen van de immense Kilimanjaro

Actief sinds 04 Juni 2012
Verslag gelezen: 3498
Totaal aantal bezoekers 15463

Voorgaande reizen:

10 Juni 2012 - 06 Oktober 2012

Co-schap in Tanzania

Landen bezocht: