Weekendje Tabora
Door: Danny van Erkel
Blijf op de hoogte en volg Danny
11 Juli 2012 | Tanzania, Ndala
Habari za usiku? Habari za Uholanzi? Hoe gaat het daar in Nederland. Hier alles prima. Hier weer een verhaalt uit Afrika. Ik zit er nu alweer 4 weken, de tijd gaat echt snel. Het leven hier begint ook al aardig te wennen, terwijl het toch ook heel anders is dan in Nederland. Wat ik vooral mis, naast familie en vrienden, is een lekker boterham met kaas of grilworst. Maar daarvoor krijg je wel zelfgemaakte pindakaas van de huishoudster voor terug:P Je zou zeggen dat de verhalen ook wat minder worden hier na een paar weken, maar ik heb samen met Jens toch weer zat meegemaakt.
Zoals ik de vorige keer al aangaf ben ik nu vast begonnen op de “labour and maternity ward”, waar alle zwangere vrouwen, al dan niet al in bevalling, voorbij zie komen. Elke ochtend loop ik daar de visite en zit nu in mijn 2e week, dus er komt al meer zelfstandigheid bij kijken. De standaard zinnetjes in het Swahili gaan ook al de goede kant op en kan me ondertussen al redelijk verstaanbaar maken hier. De meeste mensen die zijn bevallen of aan het bevallen zijn hebben ook niet zoveel te melden, dus wat dat betreft ook wel een makkelijke patiëntenpopulatie om te beginnen. Het is ook erg leuk om zelf bevallingen te doen, als je dan op tijd bent. Er komen hier soms mensen aanrijden op de “pikipiki”(motor) die al aardige persweeën hebben, van de motor afstappen en paar minuten later een kind op de wereld zetten. Dat kan hier ook wel makkelijk, als je er al 10 heb gebaard (wat hier zeker geen uitzondering is!!).
Daarnaast is de verpleging hier ook heel anders dan in Nederland, iets waar je in het begin zeker aan moet wennen. In Nederland ben je altijd gewent dat mensen een stapje harder gaan lopen als er iets kritieks gebeurd en is de logistiek ook goed geregeld, hier gaat alles zoals gewoonlijk “polepole”. Wat betekend dat er soms al een kind is uitgefloept, voordat de verpleging doorheeft dat de bevalling al heel ver is. Of er moet een keizersnede met spoed gebeuren, maar er vervolgens wel een half uur moet worden gewacht omdat de operatiekamer nog niet schoon is. Toch heb ik nog geen erge complicaties gezien, alhoewel je wel zou zeggen dat het zomaar zou kunnen gebeuren. Naast dit alles lopen er wel veel bekwame mensen rond in het ziekenhuis, die goede zorg kunnen leveren. Alleen dan wel op een ander manier dan in Nederland.
Al met al had ik vorige week 5 bevallingen zelf gedaan, niet echt veel. Maar wel erg leuk om mee te helpen een kindje op de wereld te zetten en vervolgens te zorgen dat alle moederkoek eruit komt. Het was relatief rustig en soms miste ik ook een bevalling omdat ik het “minor theatre” bezig was om daar patiënten te helpen met kleine ingreepjes. Dat doe ik nog elke middag ernaast, naast het afdelingwerk. Erg leuk om te doen, met nog steeds veel bijzonder patiënten die langs komen. Het voordeel daar is ook dat er altijd verpleegkundigen rond lopen die Engels kunnen spreken, zodat je ze te hulp kunt roepen als je er echt niet uit komt. Daarnaast is het ook zo dat sommige mensen helemaal geen Kiswahili spreken, maar een lokale Bantu taal, Kisukuma. Dat zorgt soms voor lastige situaties in communicatie… Maar met een tolk komt het altijd wel goed;)
Afgelopen vrijdag ben ik meegegaan met 1 assistent clinical officer (Jozef) en 5 verpleegkundigen met een “outreach project”. Vanuit de overheid krijgt het Ndala Hospital de opdracht buiten de regentijd om dorpjes in de omgeving aan te doen, die eigenlijk te ver af liggen voor mensen om naar het ziekenhuis te reizen maar nog wel onder het verzorgingsgebied van ons ziekenhuis liggen. Hier worden dan kinderen en zwangeren geholpen. Zo zijn wij naar een dorpje gegaan, zo’n 1,5 uur rijden met de jeep door de bushbush, genaamd Kigandu. Hier hebben we kinderen onderzocht en vaccinaties gegeven, zwangeren onderzocht en medicatie gegeven, HIV testen afgenomen en onderwijs gegeven over HIV. Zelf vond ik het lastig om mensen te helpen, aangezien 90 procent van de mensen er Kisukuma spraken, maar het was erg goed om te zien hoe je met weinig middelen en vaccinaties voor preventie erg nuttig werk kan verrichten in gebieden waar de zorg normaal gesproken niet zo toegankelijk is. Vooral ook mooi om te zien hoe moeders uit het dorp en omgeving aan komen lopen met hun baby op de rug gebonden met hun Kitenge (doek die de vrouwen hier overal voor gebruiken). Naast dat het een mooie reis met de Jeep was, hebben we die dag dus vooral ook nuttig werk afgeleverd.
Naast al deze werkzaamheden was er natuurlijk ook nog tijd voor ontspanning. In de avonden zijn we vaak op stap met onze Tanzaniaanse vrienden John en Lamik. 2 gasten die altijd veel contact hebben met de Nederlanders hier in het ziekenhuis en ook een goed woordje Engels kunnen. Dankzij hun komen we ook op plaatsen waar je normaal niet zo snel zult komen. Je leert hierdoor de Afrikanen en hun cultuur nog beter kennen.
Het weekend begon vrijdag goed met een bezoekje aan de ouders van John. Het is leuk om te zien hoe gastvrij de Afrikanen zijn als ze een Mzungu op bezoek krijgen. Je voelt je bijna een beroemdheid als je binnentreed. Zodra je op het terrein komt wordt je vriendelijk begroet en wordt er meteen een stoel voor je klaargezet om op te gaan zitten: karibuni kiti. Het is ook erg leuk om een kijkje in een traditioneel huis te nemen om te zien waar de doorsnee Tanzaniaan nu echt slaapt en leeft. Ondanks dat we in Afrika zijn, hebben we wat mij betreft namelijk nog veel luxe in ons huis (s’avonds elektriciteit en huishoudster ed.). Dat kan je van de gem. Tanzaniaan niet zeggen! We voelden ons erg welkom en gingen ook met een vers ei van John’s moeder huiswaarts, waarvoor dank! Daarna zijn we ook nog bij zijn oom langs geweest (niet zijn echte oom, maar hij is als een oom > geldschieter voor zijn studie) en nog wat mensen van het ziekenhuis, waarna we even terug keerden naar huis om wat te rusten (pumzika, vinden ze erg belangrijk hier;)!).
Daarna hebben we nog een drankje gedaan met de Nederlanders en zijn vroeg gaan slapen, om de volgende dag de reis te gaan maken naar Tabora.
Zaterdag waren we dus al vroeg uit de veren, om half 8 uur zou de bus immers vertrekken. Maar zoals altijd hier in Afrika, is tijd een relatief begrip. We kwamen netjes net over 7en aan en ik kon nog net het laatste plekje bemachtigen in de bus. Het werd half 8, 8 uur, half 9, maar geen beweging in de bus. Ondertussen kwam er vanuit een ander dorpje al een bus aan die ook naar Tabora ging, waar sommige mensen op overstapten. We bleven maar zitten, hadden immers al betaald voor deze bus. Er bleken wat technische mankementen aan de bus te zijn. Ik zat achterin de bus, maar had nu niet het idee dat er hard aan werd gewerkt. Uiteindelijk nadat we gekeerd waren met de bus, waarbij de bus 3 keer afsloeg en iedereen kostelijk moest lachen (nee ze zouden niet boos worden omdat de bus niet op tijd vertekt:P), gingen we dan eindelijk rijden. De reis was dit keer wel weer erg hobbelig, maar de bus gast gewoon door;) 1 voordeel, ik heb er slecht een paar blauwe plekken aan overgehouden en er zijn geen ledematen gesneuveld.
Naast me zat trouwens een jongen van een jaartje of 7, mooi kereltje, met een levende kip in een plastic tasje op zijn schoot. Hij had de opdracht gekregen van zijn ouders om een kip mee te brengen uit Ndala, omdat deze immers goedkoper zijn dan in Tabora. Af en toe probeerde hij wel het knoopjes van mijn broek op te eten en had hij de blouse van de jongen al aardig aan gort gemaakt, maar verder bleef hij netjes als een kip met (nu nog) een kop rustig zitten. Ik zie mezelf al in een connexion bus stoppen met op de achterbank een jongen met een slang om zijn nek, de chauffeur met een parkiet op zijn hoofd en op de plek van de kinderwagen een chimpansee in zijn kooi…. NOT… Maar in Afrika hoef je er niet gek van op te kijken;)
Afijn, na een lange reis waren we uiteindelijk rond de middag in Tabora. We hadden misschien het idee om dezelfde dag terug te keren, maar dat was nu opeens een slecht idee geworden. Maar van Rob hadden we al een adresje gekregen van een goed hotel, dus we bleven wel een nachtje in Tabora. We hadden immers ook John bij ons, die 4 jaar hier heeft gestudeerd en dus onze gids was van het weekend. Erg handig in een wildvreemde stad. Nadat we een hapje gegeten hadden en wat hadden gepind, gingen we richting de grote markt. Mijn missie was om schoenen maat 46 te scoren, iets wat ik al 4 weken probeer te vinden zonder succes. Ik wordt af en toe uitgemaakt voor mzungu mnene (dikke/grote blanke), maar dat ben ik zeker in deze maatschappij. Na veel inspanningen om toch maat 46 te vinden, ook zeggen dat het 46 is maar er 45 instaat, heb ik met pijn een moeite toch mooie bruine patas voor in het ziekenhuis gevonden. Nu hopen dat ik er geen blaren in krijg:P Daarna nog een shirt en tas gekocht, waarna we weer eens op familiebezoek gingen.
Op deze bewuste zaterdag hebben we John zijn oom (op een blindeschool werkend), zijn zussen, zijn grootmoeder en zijn leraar bezocht in Tabora. Alhoewel het een vermoeiende dag was, hebben we wel veel verschillende huizen en gastvrije mensen bezocht. Eigenlijk had ik na het einde van de dag naar de burgemeester moeten gaan, om hem de gouden award te geven voor de gastvrijheid van Tabora. Bij zijn zussen (“not my bloody sisters”) werden we eerst verwend met een koude soda, waarna we hele fotoshoots met hun moesten maken om uiteindelijk bijna ten huwelijk gevraagd te worden. Erg gastvrij dus;)
Naast de vele bezoekjes was het ook weer tijd om wat Westerse boodschappen te doen. Niet dat het Tanzaniaanse eten niet lekker is, onze huishoudster is trouwens geweldig (had ik dat al gezegd:P), maar af en toe een broodje jam/chocopasta ipv. banaan is ook wel lekker.
Toen de avond viel (het in 5 min pikkedonker was) moesten we alleen nog wat eten. Ondertussen waren we op een grote markt aangekomen, waar koeien waren geveild en werd gefeest ivm. Een Nationale feestdag (7/7). John zorgde vervolgens met zijn harde onderhandelkwaliteiten ervoor dat we voor 50 cent pp. met een fietsdaladala van de ene kant naar de andere kant van de stad werden gebracht. 20 min achterop de fiets met een comfortabele bagagedrager, aangekeken worden door iedereen. We hadden 3 daladala’s maar ze gingen bijna vechten wie de Mzungu’s achterop mocht nemen ;)
Na het eten begonnen we al aardig moet te worden, maar John wilde ons nog een discotheek laten zien. Dat leek ons wel een goed idee en in het pikkedonker in Tabora waren we dus vervolgens opweg. Aangekomen bij de discotheek was er nog geen kip, het uitgaansleven begint hier ook pas om 12 uur. Na een leuk verhaa opgehangen te hebben bij de portier,l mochten we toch even gratis in de discotheek een kijkje nemen rond 10 uur, maar we mochten geen foto’s nemen. Toen we er binnen waren wist ik wel een ding zeker, het zag er beter uit en rook er niet zo smerig als de Skihut;)! Een apart rookhok, lounge gedeelte en een ruime dansvloer waar lekker met de billen geschud kan worden (iets waar de Tanzanianen niet vies van zijn, die daggeren wat af kan ik je zeggen). Het zag er erg gelikt uit. Volgende keer gaan we hier zeker een bezoekje aan nemen, nu moesten we de volgende dag vroeg weg dus leek ons dat nu niet zo’n goed idee.
Na een lange dag gingen we dan eindelijk op weg naar het hotel. Alhoewel, niet voordat we nog een bruiloft hadden bezocht. We hoorden wat muziek, gingen kijken, bleek er een bruiloft aan de gang te zijn. Als Mzungu geprobeerd om binnen te komen, wat zoals altijd geen probleem was. Echt geniaal om te zien hoe een bruiloft er hier aan toe gaat. Ik zou me ook niet voor kunnen stellen als er een ongenodigde gast op en bruiloft zou komen in Nederland. Kan me nog een bruiloft herinneren van mijn neef, dhr. M. Scheidema, waarop opeens een duister figuur rondliep. Na een cola te hebben besteld werd hij toch even vriendelijk doch dringend verzocht om het pand te verlaten. Gelukkig werden wij alleen maar aangekeken, omdat we blank waren en het een eer is een blanke op je bruiloft te hebben. Het grappige was dat een Tanzaniaanse Ron Brandsterder de hele boel aan elkaar praten en er werd natuurlijk veel gedanst.
Ik merk trouwens dat het best een lang verhaal gaat worden, misschien moet ik een cliffhanger gaan maken voor de volgende keer…. (het bizarre is dat ik zeker nog niet alles heb verteld, maar dan zou ik u graag willen verwijzen naar het boek wat volgend jaar in de schappen ligt genaamd: 1 dag uit het leven van een Mzungu?!) Toch ga ik nog even door, want het mooiste moet nog komen….
Teruggekeerd in het hotel en een biertje te hebben gedaan met wat mensen van de overheid (die hier ook niet werken en veels te veel betaald krijgen!), een potje te hebben gepooled, komt er opeens een enorm oude, scheelkijkende baas (Mzee) het terrein oplopen. Hij lijkt te komen uit een oude oorlogsfilm, gekleed in een uniform en een oude shotgun met een kromme loop. Die nog dienst doet, aldus de Mzee. Ik had wel het idee dat hij al een biertje op had en benaderde hem om een leuke foto te maken met hem. Vervolgens onstond er een keiharde onderhandeling, hij vond niet dat het zomaar kon en wilde graag 2000 Tanzaniaanse Shilling zien. Na hem een fanta te hebben gegeven bleef hij voet bij stuk houden, als een oude veteraan betaamd, en na het bedrag voldaan te hebben mochten we dan toch een foto maken. De beelden spreken voor zich. Of hij nog leeft? Ik heb hem niet meer gezien. Weet wel dat ik de volgende ochtend wakker werd met een kater en Jens mij de foto’s terug liet zien, nadat ik erachter was gekomen dat ik een voortand kwijt was en een tattoo op mijn bil had staan. Door de foto’s is het verhaal weer omhoog gekomen, gelukkig maar.
Na deze heftige belevenissen in Tabora, waren we zondagochtend vroeg weer uit de veren om de terugreis te gaan maken naar Ndala. Maar niets gaat zonder slag of stoot hier, dus aangekomen bij de bushalte blijkt de bus van 9 uur opeens om 11 uur te vertrekken! En wie weet nog wel later ;) Dus had John het idee om langs de weg te gaan staan en te wachten op een overheidsauto die ons dan wel zou oppikken (aangezien we ook blank zijn). En na een half uur liften stapten we in een bijzonder mooie 4x4 en waren we in 1 uur in Puge (ipv 5 uur met de bus). We hebben een leuk gesprekje aangeknopt, hoefde maar 2,5 euro te betalen voor 60 km liften en hebben zijn telefoonnummer geregeld voor wellicht de volgende keer. Aangekomen in Puge is het nog zo’n 6 km naar ons huis in Ndala. Dit wilden we doen met de pikipiki (motor). Er rijden mensen 7 dagen per week constant als een taxi mensen op de motor heen en weer van Puge naar Ndala. Mede daarom mocht ik van mijn chauffeur na 50 meter rijden de besturing overnemen. Echt geniaal, voor 50 cent mocht ik gewoon even 6 km op zijn motor crossen en was ik mijn eigen taxi. Jens mocht ook zelf rijden, waare het niet dat zijn motor al na een paar meter afsloeg en ik hem in het stof moest achterlaten! Okay, ik had wel wat aanwijzingen en correcties nodig, maar het is me toch gelukt mezelf veilig thuis af te leveren na een geniale motorrit.
Nu stop ik dan echt met dit verhaal. Ervaringen zat weer in ieder geval. Ik hoop dat jullie het met plezier hebben gelezen en de volgende keer probeer ik wat korter van stof te zijn :P Op dit moment is het alweer halverwege de week en zijn we weer lekker bezig in het ziekenhuis. Elke dag nog steeds bijzonder gevallen en elke dag is weer een nieuwe uitdaging. De foto’s ga ik gelijk proberen te uploaden, anders volgen die nog.
Tot de volgende keer!
Badaaye, usiku mwema
-
11 Juli 2012 - 21:00
Marij:
Leuk leuk...!! -
11 Juli 2012 - 21:26
Tom:
Tip: kort en bondig... ;) -
13 Juli 2012 - 10:58
Michael:
Als ie zo doorgaat dan kan je gelijk een trilogie op de markt brengen ouwe Gulliver :P -
15 Juli 2012 - 10:01
Marius:
Die bewaker kan gewoon met zijn rechter oog in zijn linker broekzak kijken! -
15 Juli 2012 - 12:51
Jenny/Siem:
Lieve Danny
Hier een berichtje uit Zevenhuien, wat geweldig om die mooie verhalen van je belevenissen te lezen, het kan voor mij niet lang genoeg zijn. Zo leer ik ook een beetje Afrika kennen. Ik zou best jullie huishoudster willen zijn , maar dan wel privé ook mee met jullie op stap om Afrika te ontdekken . Wat steek je ook veel op voor je toekomstige werk als dokter. Fijn dat je het naar jezin hebt in het verre Afrika, zou ik ook hebben. Blijf vooral veel schrijven het is een genot om die te lezen. Veel liefs uit een nat, koud winderig guur kikkerland.
Jenny, siem -
25 Juli 2012 - 15:40
Ruben Kok:
Manman, wat is dit genieten om je verhalen te lezen! Soms denk ik wel aan de kreet '2 woorden 9 letters', maar dan komt er weer een mooi verhaal bij, en nog een, en nog een, heeeerlijk!
Maar heel ff, je mist je boterham met grilworst?! Maar die wordt toch altijd van je brood gejat;)
En die man met die schotgun, lijkt het zo of staat die loop van de gun vol in je hals?!
Ik zie uit naar de volgende verhalen!!
Hou je taai en eet veel kip conjo!
liefde -
25 Juli 2012 - 15:42
Ruben Kok:
Owja, nog een ding: 'MAAR 5 bevallingen gedaan deze week'!?!? Ik ben al blij als ik 2 hechtingen mag zetten in een maand! 5 bevallingen in 1 week, pffff, blablbalbla, patser!;) -
29 Juli 2012 - 18:54
Danny :
Bedankt weer voor alle reacties!
Vind het erg leuk om de verhalen te schrijven en veel postiever reacties op te ontvangen.
@kokmans: haha tja zoveel vond ik het niet voor hier ;) per jaar bevallen hier 2200 mensen dus was even wat mager weekje! Maar heb het wel weer ingehaald hoor!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley